Dichterkens! Kan het aanbieden van een tot in het absurde gevarieerd programma een toeschouwer ertoe bewegen om met onafgebroken en steeds hernieuwende interesse een zitting van meer dan twee uur uit te zitten? Wij van Balein hebben ons, samen met onze rijke schare aan gastperformers en laureaten, schuldig gemaakt aan een empirische test van het literaire uithoudingsvermogen van een overigens zeer geduldige groep Gentse-Feesten-gangers. Velen hebben bevestigd dat het gesmaakt heeft, en aan diepgang en verrassing was het naar verluidt nooit zoeken. Dat we het wat te lang hebben laten uitlopen, wel ja… het weze ook vermeld, als les voor een volgende keer. Van nature genoopt tot verantwoording, publiciteit en dankbetuiging brengen we je hier verslag uit van onze derde avond van Balein, “Balein Lijft In”, woensdag 22 juli 2009. Ons motto: klank is genot.
Maar misschien even wat recente geschiedenis: gastheren en –vrouwen Philip Meersman, Jase Van Grembergen, Priegel Koelman en Dirk (geluid) hadden het enkele maanden terug in hun hoofd gehaald om tijdens de Gentse Feesten in Gent-In-Cap een tien-plus-één-daagse op te zetten omtrent poëzie en, bij uitbreiding, Klankkunst. We schrijven “Klankkunst” (met de K van Kultuur), daar het project ook blinden onder het publiek verwachtte (en telde), en het zodoende van alle bijdrages, de hele cyclus door, gevergd werd dat ze met enkel klankband ook tot hun recht kwamen. Meer over dit uitbundige project, zie de facebookpagina.
De opbouw van de avond was trouw aan het schema van ook onze eerste (december 2008) en tweede editie (mei 2009), eerder besproken op dit blog. Naar analogie van een bekend cakerecept mag het recept “drie derdes” heten: laureaten uit inzending (één), een gastdichter (twee), en eigen werk (drie); dit alles gelardeerd met een saus van (overwegend muzikale) performance. Deze derde editie werd een kleine maand op voorhand aangekondigd via ons blog, en vergezeld van een oproep tot inzending rond het thema “op de tast”. Terwijl onze virtuele postzak aandikte, konden wij terug de eer genieten om onder de inzendingen kwaliteit en talent te ontdekken (Valérie Tack! Astrid Dewancker! Jan De Vries!) of te herontdekken—sommigen waren niet aan hun proefstuk toe (Daniel Billiet!)—en vervolgens aan te prijzen. Voor de rol van gastdichter viel ons lodderig oog op de jonge deerne Bo Vanluchene. Voor het eigen werk en de muzikale lardering nam Dirk ook nog contact op met Koen De Wit, van Breda. Tenslotte vonden we Olaf Risee bereid om ook zijn hoogsteigen inbreng ten podium te voeren.
Er was ook een voorprogramma. Na een kort welkomstwoord van curator Philip Meersman trad het muzikale duo Jerry aan, met muziek op het kruispunt van country, gitaar, Jerry Garcia, meerstemmige zang, Amerika, Hank Williams en americana. Hebben we al gezegd dat zanger/gitarist Pisteffo een bijzonder mooie stem heeft? Verwante hyperbolen kunnen trouwens gewijd aan zangeres/percussioniste Barbara babysnakes, maar laat ons hier niet flemen maar verslaggeven.
Na Jerry was er Balein. Marie Meeusen (Balein) gaf in onzer naam een uiteenzetting weg. De kern van ons betoog kunnen we in de ruimte voorstellen als een klein gewichtig manifesto van kwaliteitsclaim (we hebben de ballen aan onze walvis om te zeggen waarom we een inzending goed of slecht vinden), verlicht door menig heliumballon van toespelingen op de afwezigheid van structuur en discipline in interne rangen. Om maar te zeggen dat we gewoon zo onbevangen als mogelijk inzendingen op hun kwaliteit beoordelen, en dat oordeel motiveren.
Na de passende toespelingen op lijf en zelfbewuste genialiteit van Olaf Risee, liet Marie het podium aan de betreffende, die zijn reputatie van performer duidelijk niet heeft gestolen. Hij stond, hij zat, zat opnieuw maar dan op de rand van het podium; bracht ons een veelvoud van verkenningen, hield ons moeiteloos zoet, en (middels Jupiler) zijn keel gesmeerd. Vervolgens deelde ondergeschrevene in de presentatie, en kondigde de eerste van onze drie laureaten aan. Astrid Dewancker trakteerde ons op intimistische gedichten, die ze bracht in een expressieve, gepast sobere stijl. Tweede laureaat was Valérie Tack, die ons nog bevestigde dat we getuige waren van haar absolute podium- en inzendingsdebuut, om er dan een heuse speech tussen te lappen, en ook nog het geselecteerde ‘Glinsterende vlindertjes en zo’. Of, hoe deze lady bewees dat podiumdrang het wint van plankenkoorts. Officieel als derde laureaat betrad Daniel Billiet de planken, maar gezien zijn van kwaliteit blakende en daarom indrukwekkende curriculum had een rol als gastdichter hem ook niet misstaan—ondergeschrevene neemt zijn virtuele hoedje (^) af (>).
Na de pauze trad klank uitdrukkelijk op de voorgrond. Dirk Elst (Balein) en muzikant/podiummakker Koen De Wit brachten een dialoog tussen arabesk getinte ritmes en subtiel gedoseerde klarinet. Met gestimuleerde trommelvliezen vervoegden Ivo Allewaert (Balein) en ondergeschrevene hen op het podium, en brachten ritsend enkele gedichten van eigen hand. Ofschoon enigszins bevangen door de hypnose die het vergt om gedichten uit het hoofd te brengen, griften Ivo’s duivelskunstig ineenpassende verzen zich ook in mijn geheugen. Bij wijze van special act maakte ook Dirk Vekemans zijn doortocht op het podium, iets wat bekokstoofd werd tijdens de pauze. En toen was onze gastdichteres Bo Vanluchene aan de beurt. Fascinerend was het om te zien hoe zij met een mix van schroom en gepaste fierheid het publiek wist te kluisteren—o wonder van bindteksten die het oor van de toehoorder aanscherpen in plaats van het te verzadigen. Tenslotte was er Jan De Vries, die waagde wat elders voor ongepast gehouden zou worden: hij kwam, zag en drukte op play. “Eens een groot leider” was goed voor twintig minuten hoorspel met uitmuntende voordracht—niet één foneem haperde. Je kan het ook thuis beluisteren, da’s waar (http://inderand.blogspot.com/), maar samen radio luisteren, we zijn het niet gewoon. En dat is op zich al ongewoon. In Jans warmgevooisde geval leidde dat tot hypnotische vertelsels, die feilloos kwalificeren voor een verhaal voor het slapengaan.
Niet onbewogen begaven we ons na afloop naar de binnentuin, dronken iets, schouderklopten, brachten nog wat te drinken aan, en bedankten. We bedanken langs deze weg nog eens iedereen die dit moois heeft mogelijk gemaakt! Speciale dank aan Ghent In Cap. Tot schrijfs!
Voor Balein,
Balein Wouter